Opvliegers, stemmingswisselingen en gewichtstoename. De klachten die vrouwen ervaren tijdens de overgang worden vaak al snel weggewuifd: “dat hoort er toch gewoon bij?” Als het aan gezondheidswetenschapper dr. Maaike de Vries en gynaecoloog dr. Manon Kerkhof ligt niet. Zij schreven het boek ‘Ook leuke meisjes worden vijftig’ waarin ze wetenschappelijke inzichten delen over de overgang.
Wij gingen in gesprek met Maaike de Vries over hoe je met leefstijl wel degelijk iets aan de klachten kunt doen.
Hormonale veranderingen
“We weten uit onderzoek dat ruim 80 procent van de vrouwen die in de overgang zijn enige vorm van klachten ervaart, legt De Vries uit. “Dit varieert van de beruchte opvliegers tot slapeloze nachten en kilo’s aankomen.” Een groot deel van de vrouwen ervaart klachten waardoor ze thuis, sociaal of op het werk niet meer naar wens kunnen functioneren. Zo hangt een derde van het arbeidsverzuim in de leeftijdscategorie 45 tot 60 jaar samen met de overgang. “Hormonale veranderingen en veroudering kun je helaas niet tegengaan, maar wél wat dat met je doet”, aldus De Vries.
Eenvoudige aanpassingen
Daarom is het belangrijk dat vrouwen kennis hebben over hun eigen lijf en snappen waar de klachten vandaan komen. Als vrouwen hun klachten herkennen, dan kunnen ze hier vervolgens gericht iets aan doen. Zo valt er volgens de gezondheidswetenschapper ontzettend veel winst te behalen op het gebied van voeding, beweging, ontspanning en slaap: “Dit klinkt vaak makkelijk gezegd dan gedaan. Daarom adviseren wij om eenvoudige veranderingen aan te brengen in je leefstijl en dit structureel door te voeren. Op alleen wilskracht ga ja het niet redden en crash diëten zijn om meerdere redenen geen goed idee.”
Minder suiker, meer stappen
In het boek delen De Vries en Kerkhof allerlei praktische tips waarmee je een gezondere leefstijl kunt creëren. De belangrijkste tips? “Je kunt beter drie keer per dag goed eten dan de hele dag lopen te snaaien. Probeer daarnaast te stoppen met suiker en drink minimaal alcohol, want daar krijg je juist enorme opvliegers van”, legt De Vries uit. “Kom in beweging”, voegt ze aan het rijtje met tips toe: “Voor vrouwen in de overgang zijn 10.000 stappen per dag en krachttraining van groot belang. Op het moment dat je meer spieren hebt is je vetverbranding hoger én zit je strakker in je vel.”
Optimaal vrolijk
Bovendien heeft beweging ook een positief effect op je gemoedtoestand, maar sla hierin niet door. Uit onderzoek komt namelijk naar voren dat mensen zich optimaal vrolijk voelen als ze 45-60 minuten sporten. Als je langer dan een uur sport dan maak je meer cortisol aan – het stresshormoon – en dat werkt juist opvliegers in de hand. “Dus zeker voor vrouwen in de overgang raad ik aan om lekker een uurtje te sporten. Dat is goed voor je en word je blij van”, stelt De Vries. “En kies dan voor een sport die je leuk genoeg vindt om vol te blijven houden”.
De rol van zorgprofessionals
Niet alleen is het van belang dat vrouwen hun klachten herkennen, ook de erkenning van zorgprofessionals speelt hierin een rol. “Als een vrouw van vijftig bij de huisarts komt met klachten dan wordt de oorzaak al snel gelinkt aan de overgang. Maar deze diagnose kan pas worden gesteld als zeker is dat er geen andere onderliggende ziektes zijn”, aldus De Vries. Bij het doen van de diagnostiek is het belangrijk dat zorgverleners de overgang in hun vizier hebben. Steeds meer artsen hebben dit gelukkig. In de praktijk zien we echter nog zowel over- als onderdiagnostiek. Denk niet te snel ‘het zal de overgang wel zijn’, maar sluit andere onderliggende ziektes goed uit. Tegelijkertijd, als het de overgang wel is, handel en behandel er dan naar”.
Pleidooi voor preventie
Ook is De Vries van mening dat er in de gezondheidszorg meer aandacht moet komen voor leefstijl en preventie: “Leefstijl zou de basis moeten zijn van medisch handelen. Een groot deel van de ziektelast hangt direct en indirect samen met wat we eten, hoe we bewegen, slapen en ontspannen.” De Vries is ervan overtuigd dat veel ziektes voorkomen en (deels) behandeld kunnen worden door middel van leefstijlaanpassingen. “Beter voorkomen dan genezen. Daarom vind ik preventief onderzoek naar bijvoorbeeld diabetes, hart- en vaatziektes en nierschade een goed idee. Het is belangrijk om je getallen te kennen, van je middelomtrek tot je cholesterolwaarden. Preventief onderzoek kan je helpen om meer inzicht te krijgen in je eigen gezondheid en risico’s.”